Résumé / Reist u mee? - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van Marissa Hage - WaarBenJij.nu Résumé / Reist u mee? - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van Marissa Hage - WaarBenJij.nu

Résumé / Reist u mee?

Door: Marissa

Blijf op de hoogte en volg Marissa

10 Juli 2016 | Indonesië, Batavia

Cliche, maar tijd vliegt als je het naar je zin hebt. Ik hoor het mezelf nog zeggen: "Ik ga 5 maanden door Indonesië reizen." De algemene reactie was: "Jezus, wat lang! 5 maanden? In één land? Maar das toch veelste lang? Wil je niet ook Thailand, Loas, Vietnam en Cambodje zien? Of pak een beetje Australië mee anders, hardstikke mooi." Nee, nee, nee, ik bleef bij m'n plan en uiteindelijk bleek 5 maanden zelfs te kort. Voor degenen die geen idee hebben waar ik de afgelopen tijd heb uitgehangen (en voor alle andere geïnteresseerden) hier de résumé van de avonturen van Miss Heetsj (Hage in het Engels).


-Bali-
Het begon allemaal op het kleurrijke Bali, het eiland dat iedereen kent ondanks dat het even groot is als de provincie Friesland. Voor de eerste paar nachten ging ik couch surfen bij Vina in Ungasan, die met nog 3 huisgenoten en haar hondje woonde. In het weekend hebben we een roadtrip gemaakt naar het midden noorden van Bali: Bedungul en Munduk, waar ik Pura Ulun Danu (tempel) heb gezien, de Twin Lakes, velden vol mary gold flowers en op de terugweg Tanah Lot, de tempel half onder water (tip: ga er niet heen als het eb is, dan is er weinig magisch aan). Hierna vertrok ik met mijn eerste Uber taxi naar Uluwatu, waarbij ik besloot er een gewoonte van te maken van iedere chauffeur een paar woordjes Bahasa Indonesia te leren. Dit keer was het 'minum' (drinken) en 'makan' (eten), twee zeer belangrijke dingen in het leven. Ik dacht avontuurlijk te doen door van te voren niks op te zoeken over guesthouses en hostels. Daar stond ik dan, in de bloedhete zon en een 17 kilo zware backpack midden op een weg in Uluwata met geen idee waar ik heen moest. Alles leek verlaten en na wat rond te vragen en een lift op de scooter bij een knappe surfdude vond ik een plek voor een betaalbare prijs (Belong Bunters). In dit plaatsje heb ik me uiteindelijk een aantal dagen vermaakt op Padang Padang en Bingin beach en  ben ik zelfs gaan wandelen (ik heb die hiking boots immers niet voor niets aangeschaft) naar een afgelegen, uitgestrekt strand in het zuiden. Ook heb ik een traditionele dans gezien in de Uluwatu tempel, een echte aanrader door de mooie kostuums en een halve vuurshow, maar kijk uit voor de vele apen rond de tempel, want die jatten alles wat los en vast zit. Ook heb ik in Uluwatu nog een auto gehuurd en het zuidelijke deel van Bali te verkennen. We kwamen uit bij een ander verscholen strandje en zijn, toen het begon te regenen, doorgereden naar de Waterblow (jaja soms loont het om een auto te huren i.p.v. een scooter, daarnaast konden wij luidkeels meezingen met Justin Bieber op de radio). Ook bij de Waterblow is de tip: ga met vloed, anders is er niets te zien. We sloten de dag af met een theetje in een boomhut en seafood op het strand van Jimbaran, waarna ik de volgende dag vertrok naar Kuta. 


Over Kuta kan ik kort zijn: neem een surfles, verblijf in Bread&Jam hostel en gaaaaa doorrrr. Ik ben niet wezen stappen in deze toeristische feeststad, maar naar verluid heb ik weinig gemist, tenzij je van ladderzatte Australiërs houdt. Mijn volgende bestemming was Canggu, een leuk surfersstadje boven Kuta. Hier heb ik dan weer wel gefeest, we moeten eerlijk blijven.. Deus cafe is op zondagavond een echte aanrader met live reggae muziek en de afterparty op het strand was ook niet verkeerd. De avond daarvoor was ik in Pretty Poison, een bar met skatebaan, waar je dus een gratis skateshow krijgt terwijl je je biertje drinkt. Na een paar dagen ging ik door naar Ubud, waar ik de Monkey Forest bezocht en de aap mijn fles water jatte. Die zien we nooit meer.. terrug. Deze stad staat bekend om het goede eten en de yoga. Die laatste vond ik een beetje overrated, omdat het zo populair is dat je knie aan knie zit. Maar ok, toegegeven, het uitzicht op bamboo, palmbomen en de echte natuurgeluiden maken veel goed. Daarna beloonde ik mezelf met een hotstone massage van 90 minuten, ik had immers gesport. Het was niet moeilijk deze te vinden voor een tientje.. paradise! Uiteraard ben ik ook door de rijstvelden gaan lopen, maar die bleken niet zo groen, later heb ik veel mooiere terassen gezien. Het paleis is een aanrader, net als de Balinese dans die iedere avond wordt opgevoerd. 


-Gili-
Daarna was het de beurt aan Gili Trawangan. Op dit eiland ga je terug in de tijd, want het barst er van de paard-en-wagens. Ook kan je er fietsen huren. In circa 45 minuten fiets je het eiland helemaal rond en kun je even vluchten van de drukke havenkant met veel bars en restaurants. Dit was de plek waar ik voor het eerst een turtle zag, nog geen meter bij me vandaan in het water, zo dicht bij de kust, ongelovelijk. Na wat dansjes en een foto op de beroemde schommel in het water, vertrok ik met de boot naar Lombok's vasteland.


-Lombok-
Hier kwam ik aan in Senggigi, waar ik me vooral de grote regenbuien van herinner. Ook was dit de plek waar ik per ongeluk Arak dronk, de zelfgestookte alcohol waar de Lonely Planet zo voor waarschuwt. De locals noemde het rijstwijn, dus ik dacht 'lekker, saké'..! Door het regenseizoen was vulkaan Rinjani nog gesloten voor hikes. Ik zag het als een geldig excuus om deze over te slaan, ondanks dat mijn sportieve karakter dat natuurlijk ontzettend jammer vond. Ik vertrok op de scooter naar Kuta, in het zuiden van Lombok (dus niet diegene op Bali). Hier heb ik een paar dagen heerlijk rondgereden door de groene omgeving en af en toe een strandje meegepakt, vooral Tanjunaan en Mawan zijn echte aanraders. Na enkele dagen vertrok ik naar het bijna verlaten eiland Gili Layar (ik verwijs hierbij naar blogpost 'Op een onbewoond eiheiheiland') waar ik heerlijk tot rust kwam na al dat zware reizen. 


-Bali-
Terug naar Bali, met de boot naar Nusa Lembongan, om daar mijn PADI Open Water te halen. Een mooi eiland waar je Manta Rays kan zien, kan genieten van een cocktail op het strand en met een bruggetje over kan steken naar Nusa Ceningan. Toen de PADI in the pocket was, ben ik naar Sanur gevaren. Hier zag ik verdacht veel mensen met grijs haar rondfietsen, dus ik ben maar snel vertrokken naar Menjangan, helemaal bovenin Bali. Rond dit eiland kan je mooi duiken en een local heeft me ook nog rondgeleid in de mangrove vlak bij mijn guesthouse (uiteraard stalkte hij me daarna telefonisch nog maanden). Vervolgens was het tijd voor de volgende oversteek, op naar Java met de veerpont.


-Java-
Die nacht werden we om 00.30 's nachts vanuit Banyuwangi opgehaald door onze driver om Ijen te beklimmen. Dit deden we in rap tempo, want we liepen mee met een sulpher worker en die beklimt die vulkaan 2x per dag en loopt naar beneden met 70kg aan sulpher op z'n nek. Ik daarentegen ben minder fit, dus het werd een goede workout. Helaas zagen we geen heldere 'blue fire' en waren we te koud gekleed om te blijven wachten op de zonsopkomst. Kortom, Ijen viel door ons eigen toedoen een beetje tegen. Voor sikkeneuren hadden we echter geen tijd. Na een nasi goreng ontbijt vertrokken we naar Sukamade beach (aka Turtle beach). De verloren uurtjes slaap konden we helaas niet inhalen in de jeep die ons daar bracht, omdat we de hele weg hobbelend op de achterbank zaten. Nee, een makkelijke weg was het niet, maar het vrijlaten van baby schildpadjes de volgende dag maakte het meer dan goed.

Hierna stond er weer een vulkaan op het program. Maar er werd me wederom een excuus om niet te hiken in de schoot geworden, Bromo was actief. We hebben het gelaten bij het viewpoint met een zonsopkomst die eerlijk gezegd weinig voorstelde. Gelukkig hadden we op zijn minst een plek met warme douche in deze koude plaats. Ooh nee toch niet, toen de stroom uit viel net toen ik naakt in de badkamer stond. Wederom was er geen tijd om te sikkeneuren, want we hadden een 12 uur durende rit voor de boeg naar Yokyakarta in een shuttle bus, joy. Maar daar kwam alles goed, want ze hadden er pasta en pestoooo. Als je er bent, ga eten bij Nanamia zo vaak als je kan. Verder heb ik lekker door de stad gewandeld en de Kraton en Waterpalace bezocht, maar de echte twee hoogtepunten waren natuurlijk de Borobudur en Prambanan tempel. Niet ver van die eerstegenoemde bezochten we, na een korte jungle trekking, de Chicken Church en ook zijn we nog wezen tuben door de Kalisuci grot. En alsof dat nog niet genoeg was, heb ik nog een zilverworkshop gevolgd, waarbij ik mijn eigen ring maakte.

Na Yokya was het tijd voor Bandung, waar ik heerlijk met een muziekje op door een park met een waterval heb gelopen. Ook was hier een Nederlandse en Japanse grot te vinden van vroegah. De dag erna zijn we naar Kawa Putih gescooterd en dit maakte de mislukte Ijen ervaring bijna helemaal goed. Ook deze vulkaan had namelijk een kraakhelder blauw meer van binnen en ook hier konden we genieten van de rotte eieren geur. Op de terugweg reden we langs velden vol thee, waar we even doorheen hebben gehuppeld. Toen was het tijd voor een treinreis naar de hoofdstad van dit mooie land, Jakarta. Ik verbleef in het beste hostel ever, Six Degrees, waar ik vrienden voor het leven heb gemaakt. Ik was van te voren gewaarschuwd voor deze stad, die iedereen verschrikkelijk vindt. Ik vond het echter heerlijk om met een gokjek of te voet de stad te verkennen en weer wat Westerse invloeden te proeven zoals een echte shopping mall.. tja ik blijf een vrouw. Verder kan ik aanraden: De grote moskee, de cathedraal en Monas. Oo ja, en draag hoge hakken naar een club als je uit gaat, anders is de kans groot dat je er niet in komt. Na een goed afscheidsfeestje a.k.a. St. Patrick's Day, vloog ik naar Semarang om terecht te komen op Karimunjawa. Daarover kan ik vooral zeggen 'ga er heen'. De snorkeltrip is top (we zagen zelfs dolfijnen), de stranden komen uit een magazine, de feestjes op het strand zijn geweldig (blogpost 'Hier en nu') en je kan iedere avond verse vis eten op het plein. Vervolgens vloog ik naar Surabaya en nam vanaf daar de bus naar Semenep, Madura. Dit vond ik helemaal niks, omdat ik duidelijk de enige toerist in tijden was, wat me een erg ongemakkelijk gevoel gaf. Er worden nergens scooters te huur aangeboden, dus mijn enige mogelijkheid om wat te zien was door achterop de motor te stappen bij een local. Toen ik daar in het donker reed, geen idee waar we heen gingen, realiseerde ik me opeens goed dat ik een vrouw alleen was en niemand wist waar ik precies was op dat moment. Ik ben dit deel van Indonesië snel uitgevlucht en heb wat dagen doorgebacht in Surabaya, een stad met weinig toeristische attracties, maar wel een bioscoop! En toen was het eindelijk tijd voor Raja Ampat, de droom van iedere duiker.


-Papua-
Ik moest 3 verschillende vluchten en 2 boten pakken om hier aan te komen, waarvan ik 1 vlucht zelfs bijna miste, maar alles kwam helemaal goed. Al snel kwam ik in aanraking met de beetle nut, een soort vrucht die alle mensen in Papua de hele dag door kauwen. Dit zorgt voor veel rood speeksel, wat ze continu op de grond tuffen, tussen hun verrotte tanden door. Een soort verslaving is het, want het maakt ze high. Zij denken dat het heel gezond is, terwijl het internet daarentegen zegt dat het kankerverwekkend is. Gelukkig liepen er op het eiland zelf geen herkauwende mensen rond en heb ik me een week vermaakt met geweldige duik- en snorkelervaringen, lieve mensen, heerlijk eten en mooie zonsondergangen (zie blogpost 'Een duik in het diepe').


-Singapore-
Er zaten alweer 3 maanden op in Indonesië en het was tijd voor een visarun. Dit deed ik in Singapore, de stad van de toekomst. Zoals in Parijs kan je hier overal komen met de ondergrondse, de MRT. Ik verbleef in Little India, waar ze heerlijk eten hebben. Twee dagen lang heb ik me vermaakt door te struinen door Chinatown (Budha Tooth Temple), Marina Bay, Gardens by the Bay, Ochard street, Botanic Garden en Haji street. Ook al was het maar 2 dagen, ik begon Indonesië al te missen. Tijd om terug te gaan, dit keer naar Sumatra.


-Sumatra-
De Sumatra trip starte in het geweldig drukke Medan. Na één nacht vertrok ik naar Bukit Lawang, wat een hele wereldreis bleek te zijn (zie blogpost 'Welcome to the jungle!'), maar ik ben blij dat we hebben doorgezet want waaauuuuw.. orang oetangs zijn indrukwekkende beesten. We zagen er 11 tijdens een jungle trekking van 2 dagen en 1 nacht. Inmiddels is mijn officiële bijnaam wel 'Olijfje', door mijn slungelige benen, dus ja, ik viel een paar keer op m'n gat tijdens de tocht, maar dat was alleen maar grappig. Hierna was het tijd voor de eerste nachtbus op Sumatra, waarin ik sliep als een baby. Volgens Joel had ik een vage glimlach op m'n gezicht en droomde ik dat ik hand in hand huppelde met een pandabeer onder regenbogen door terwijl we 'lalalala' zongen. Helemaal refreshed kwam ik aan in Banda Aceh vanwaar we de ferry namen naar Pulau We. Hier verbleef ik een aantal dagen in Iboih waar ik mooie duiken heb gemaakt, naar Ruby island ben gezwommen (de overkant), rond gescooterd heb op het eiland en vooral veel in een hangmat heb gehangen. En toen begon de 34 uur durende reis naar Lake Toba. Via Banda Aceh, waar we overdag rondliepen en onder andere een gigantisch schip bezochten wat door de tsunami bijna 3 km het land in is gesleurd, reisden we met een zenuwslopende nachtbus richting het meer. Toen nog een bootje en eindelijk kwamen we aan bij Bagus Bay. Rondom het Tobameer wonen de Batak mensen, waardoor deze plek niet te vergelijken is met de rest van Sumatra. De sfeer is namelijk erg relaxed. Na een scootertocht langs de standaard bezienswaardigheden (King's tombe, een markt, Stone chairs, Batak museum), een levensgevaarlijke hike (blogpost 'Daar boven op die berg) en de gebruikelijke feestjes die eindigden met een duik in het meer, reisden we door naar Bukittinggi. In één middag konden we dit plaatsje van ons lijstje strepen, want na wat rondlopen hadden we de clock tower, de markt, het fort, de brug en de dierentuin gezien.

Hup, door naar Maninjau, waar we in een bungalow sliepen aan weer een meer (Mauro beach bungalows). Als je hier bent, ga dan alsjeblieft eten bij Bobo, het restaurantje vlakbij de bungalows gerund door een super schattig stel. Zij maakt het eten en hij de sapjes. En bij Zalindo kan je hertenbiefstuk eten, ook jammie. De dag erna huurden we scooters om de waterval te zien. Hadden we dat nou maar niet gedaan. Om er te komen moesten we namelijk een uur door de jungle lopen en daar bleek nou net een 'poisoning plant' te groeien, de jelatang. Met brandende benen en tranen in onze ogen zwommen we even rond in het kletterende water, maar de brandende jeuk heeft ons uiteindelijk nachten wakker gehouden. Er bestaat namelijk geen medicijn of crèmetje tegen en het houdt zo'n 4 dagen aan, top. In de bus naar Batusangar probeerden we niet continu te krabben en bracht een local ons daarna naar de bullraces. Ook hebben we een Minkabau paleis bezocht, waar we ons kleedden in traditionele kleding. De dag erna bezochten we een Islamitische Boardingschool, waar we zoveel energie kregen van de enthousiaste leerlingen. Vooral de meiden ontvingen ons alsof we popsterren waren en aan het einde van de dag deden mijn kaken pijn van alle foto's.

Na dit sterrenbestaan reisden we door naar Padang, waar ik mijn visum moest verlengen. Hierdoor zaten we een beetje vast in deze staat, want dit duurde 4 dagen. We hebben de tijd gedood met Youtuben, karaoke zingen met de locals, heel veel eten en een filmpje in een hele oude bioscoop. De 30 dagen Sumatra waren omgevlogen en ik denk dat ik dit het mooiste en groenste eiland vond van Indonesië. Het enige nadeel van dit eiland is dat de locals nog niet echt gewend zijn aan toeristen. Hierdoor schreeuwen ze soms 'Heeey, where you from?' van de andere kant van de straat, puur omdat ze je aandacht willen. Ach ja, ieder voordeel heb ze nadeel. Het was tijd om het laatste eiland van mijn reis te bezoeken.


-Flores-
Van Sumatra vloog ik naar Lombok om vanaf daar een boottrip te maken naar Flores. Na uren onderhandelen in Sengiggi sloten we een deal met Kencana, één van de boat companies. De tocht was een mooie ervaring, want je zit 3 dagen op een boot met circa 20 mensen en onderweg stop je om een eilandje te verkennen of te snorkelen. Het eten was goed, er was een douche aan boord en de matjes waarop we sliepen waren comfortabel genoeg. Uiteraard stopten we ook op Komodo island, waar ik de Komodo dragon heb gezien. Mocht je die kant op gaan, dan raad ik je echter aan deze beesten te bezoeken op Rinca island. Daar zitten er meer en ze zijn minder lui.

Uiteindelijk kwamen we aan in Labuabajo, het havenstadje van Flores waar het voornamelijk om duiken en goede pizza's draait. Beiden heb ik gedaan(?) en beiden waren geweldig. Ook de Bajo Bakery was een hoogtepuntje, eindelijk weer goed bruin brood! Na de culinaire hoogstandjes reisden we naar Ruteng, terwijl we Black Stories speelden in de bus. Vanuit daar reisden we met een private driver naar Denge, vanwaar we de hike begonnen naar Wae Rebo, een traditineel dorpje in de middle of nowhere. Een geweldige ervaring door het warme ontvangst, de basic levenswijze en de gezelligheid in de hut. Na koffie uit eigen tuin hiketen we terug en bracht onze chauffeur ons naar Bajawa, waar we misselijk aankwamen door alle bochten in de weg. Hier hebben we ons een paar dagen vermaakt door een hot spring te bezoeken genaamd SOA (lekker fris), Luba en Bena te bezoeken (2 andere traditionele dorpjes) en zelf verse vis te koken in het guesthouse. Hup, door naar Riung, waar ik verwachtte een aantal dagen te relaxen. Hier bleek echter geen echt strand te zijn, alleen een snorkeltrip. Deze was zeker de moeite waard, maar na 1 dag hadden we het ook wel weer gezien. Door naar Moni, waar we bijna depressief werden. Dit is een grauw dorpje waar niks te beleven is en de mensen best wel onvriendelijk en ongeïnteresseerd zijn. We hebben de waterval bezocht, dit keer zonder brandende benen, en bezochten de volgende ochtend Kelimutu, de vulkaan met de 'three colour lakes'. Heel mooi, zeker met de zonsopkomst en onvoorstelbaar hoe de meren ieder zo'n andere kleur kunnen hebben. Ga hier overigens niet heen op zondag, want dan is het nóg duurder dan normaal.

Daarna busten we door naar Paga, een klein vissersdorpje waar we een geweldig strand ontdekten, Koka beach. Verder hebben we daar dus gegeten bij het beste restaurant van Flores (blogpost 'Met een korreltje zout'), dus die kan van de bucket list. Dit was het eindpunt van de roadtrip door dit eiland en we vlogen vanaf Ende terug naar Labuabajo, om ons daar weer te vergrijpen aan de pizza's en bruine broodjes, voordat we de boot terugnamen naar Lombok. Op de terugweg was ook voldoende tijd om te snorkelen en we hebben ontelbaar veel boxfishes gezien (m'n lievelings). Terug in Sengiggi hebben we onszelf getrakteerd op een tonijn pepersteak en een Savignon Blanc (als compensatie..) bij The Square, waarna we naar Jakarta vlogen. 


-Jakarta-
Hier heb ik me weer prima vermaakt in Six Degrees hostel en de H&M. Ik heb zelfs een yoga lesje gevolgd. Kortom, back to civilization. Maar ook back to reality, want ik bezocht de grootste vuilnisbelt van Zuid Oost Azië. Hier leven mensen die een hutje hebben gebouwd van afval en overleven door afval te sorteren. Uiteraard is er geen geld voor een goede opleiding, dus BGBJ biedt gratis educatie aan en de kinderen komen in aanraking met andere culturen, doordat je als backpacker langs kan komen en met de kinderen kunt praten en spelen voor een dagje. Wegens een groot event dat er aan zat te komen rond het einde van de Ramadan, waren de kinderen 's middags liedjes aan het zingen en aan het oefenen op de gitaar. Ik stond erbij en keek ernaar en kreeg een brok in mijn keel. Dit was mijn laatste dag in Indonesië en ik had hem niet beter kunnen besteden. De afgelopen 5 maanden zaten vol met avontuur, liefde, lachen en geluksmomentjes en terwijl ik daar stond kreeg ik al heimwee naar dit mooie land. 

  • 10 Juli 2016 - 09:10

    Ron Hage:

    Zo ik heb weer helemaal meegereisd. Wat een avonturen allemaal. Ik kan alleen maar trots zijn dat ik zo'n dochter heb. Fantastisch!

  • 10 Juli 2016 - 14:23

    Christel :

    Wat een belevenissen, bijzonder en geweldig!!!!!! Xxx

  • 10 Juli 2016 - 23:06

    Engelien:

    Hey poepie,

    Wat een geweldige rondreis heb je gedaan!!
    Dit neemt niemand je meer af!
    Nu lekker genieten van Maleisie en het laatste stuk van je prachtige reis!
    Voor je het weet zit je hier weer in regenachtig Holland.
    Maar wel weer heel leuk om je te zien :):):)

    Dikke kus XXX

  • 11 Juli 2016 - 19:03

    Marthy:

    Hé mister,

    Dat is een mooi verhaal, prachtig......ook een beetje een aha erlebnis, heel leuk geschreven en dit vergeet je nooit meer...fantastisch toch?
    Geniet nog van Maleisie, lk ben benieuwd hoe het daar is, dus ik kijk weer uit naar je volgende verhaal.
    Veel plezier en wees voorzichtig...

    Groetjes Marthy

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marissa

Actief sinds 09 Feb. 2014
Verslag gelezen: 241
Totaal aantal bezoekers 15075

Voorgaande reizen:

20 Januari 2016 - 16 Augustus 2016

Indonesië!

16 Februari 2014 - 24 Juni 2014

It's time for Africa

Landen bezocht: